Zelfstandigen en bedrijfsleiders kunnen zich een loon laten uitkeren door hun vennootschap. Maar er zijn ook fiscaalvriendelijke manieren om extra geld uit uw bv – vroeger bvba – te halen. Van een simpel dividend… tot vastgoed kopen via een aanvullend pensioen.
Vorig jaar waren er bijna 80.000 zelfstandigen met een managementvennootschap. Dit jaar komen er wellicht nog een pak bij. De voordelige fiscaliteit is een belangrijke verklaring voor de groeiende populariteit van managementvennootschappen. Enkele jaren geleden werd de vennootschapsbelasting fors verlaagd van 33,99 naar 25 procent en zelfs 20 procent in sommige gevallen. In de personenbelasting wordt al snel 53,5 procent van uw inkomen afgeroomd. Daar komen nog eens tot 20,5 procent socialezekerheidsbijdragen bovenop.
Maar er is ook een belangrijke drempel weggevallen. Vroeger diende een besloten vennootschap (bv), de populairste managementvennootschap, over een verplicht minimumkapitaal van 18.550 euro te beschikken. Dat is niet langer het geval.
Zodra u een vennootschap hebt opgericht, moet u uiteraard de spelregels kennen. Een belangrijke spelregel is dat een kmo kan genieten van een lager belastingtarief van 20 procent op de eerste 100.000 euro belastbare winst op voorwaarde dat u uzelf een jaarlijks loon uitkeert van minstens 45.000 euro. Dat loon wordt belast tegen de tarieven van de personenbelasting.
‘Wat sommigen niet weten, is dat die 45.000 euro niet volledig in cash moet zijn. Ook de forfaitaire waarde van uw bedrijfswagen, gsm, laptop en internet mogen worden toegevoegd’, zegt Hendrik Putman, partner bij de consultant KPMG.
Als u meer dan 45.000 euro nodig hebt per jaar, gaat u het best na wat de meest fiscaalvriendelijke technieken zijn om geld uit uw vennootschap te halen. Een overzicht.
1. Dividend
De makkelijkste manier om geld uit uw vennootschap te halen is via de uitkering van een stukje van de winst of een dividend. In principe worden dividenden tegen 30 procent belast. Maar als u via een managementvennootschap een dividend uitkeert, is dat vaak slechts 15 procent dankzij het VVPR-bis-gunstregime (waarbij VV staat voor verlaagde voorheffing en PR voor précompte réduit). Dat regime werd ingevoerd om het kapitaal van kmo’s te versterken.
Let wel: de regeling geldt niet voor starters. Er is een wachttermijn van drie jaar voor u van de voordelige roerende voorheffing kunt genieten.
Bovendien is de regeling alleen van toepassing op kapitaal dat is ingebracht na 30 juni 2013. ‘Wie al lang een managementvennootschap heeft, kan niet genieten van het gunstregime. Zij zijn genoodzaakt gebruik te maken van het systeem van de liquidatiereserve’, zegt Putman.
2. Liquidatiereserve
De liquidatiereserve biedt een alternatief om geld fiscaalvriendelijk uit uw vennootschap te halen. Wie zo’n reserve aanlegt, wordt daar voordelig op belast. Naast de gewone vennootschapsbelasting betaalt u eenmalig 10 procent belastingen op de in aanmerking komende winst van het boekjaar. Zet u de vennootschap stop, bijvoorbeeld bij pensionering, dan kunt u de reserve belastingvrij uitkeren.
Als u de vennootschap niet liquideert, kunt u reserves na vijf jaar ook uitkeren tegen 5 procent roerende voorheffing. ‘Door de specifieke berekeningswijze betaalt u hier 13,64 procent belasting bij de uitkering van een dividend uit de reserve’, zegt Nele Steurbaut, manager bij KPMG.
3. Kapitaalvermindering
Een kapitaalvermindering, waarbij een deel van uw opgebouwde spaarpot wordt uitgekeerd, is een derde mogelijkheid om geld uit uw vennootschap te halen. Het voordeel is dat een deel zonder roerende voorheffing kan worden uitgekeerd, terwijl bij een dividenduitkering roerende voorheffing op het volledige dividend is verschuldigd. Voor 2018 kon u een kapitaalvermindering belastingvrij uitkeren, maar tegenwoordig betaalt u roerende voorheffing pro rata de verhouding van belaste reserves tegenover het kapitaal. De fiscus beschouwt de kapitaalvermindering deels als een fiscaal dividend.
4. Vastgoed kopen via uw aanvullend pensioen
Wist u dat u als zelfstandige of bedrijfsleider voordelig vastgoed kunt kopen met het geld dat u gespaard hebt via uw aanvullend pensioen? Dat zit zo. Zelfstandigen kunnen sparen voor een aanvullend pensioen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Dat zijn aftrekbare beroepskosten in de personenbelasting. Daarnaast kunt u via uw vennootschap aan pensioenopbouw doen via een IPT (individuele pensioentoezegging). De premies die u betaalt, zijn fiscaal aftrekbaar voor de vennootschap, zolang u rekening houdt met de 80 procentregel. Die stelt dat de betaalde premies alleen aftrekbaar zijn als uw wettelijk en aanvullend pensioen niet meer bedraagt dan 80 procent van uw laatste brutojaarbezoldiging.
Het voordeel is dat u een deel van de gelden die u gestort hebt als voorschot kunt gebruiken voor de aankoop van onroerend goed in België of elders in Europa’, zegt Putman. ‘U betaalt op die voorschotten intresten, maar die tarieven kunnen lager liggen dan die voor een hypothecaire lening.’ Zo kunt u investeren in vastgoed, een zwembad aanleggen of renoveren met geld dat niet belast is – want aftrekbaar – en tegen een rente die lager ligt dan de marktrente. ‘U moet wel goed de polisvoorwaarden bekijken, want niet alle IPT’s laten dit toe.’
5. Lening aan uw vennootschap via rekening-courant
Als bedrijfsleider kunt u een lening toekennen aan uw vennootschap via uw rekening-courant, de balansrekening van een vennootschap waar zowel de bedragen die u tegoed hebt als de schulden worden geboekt. Ook kunt u een bezoldiging of een dividenduitkering niet opnemen, waardoor een vordering ontstaat. ‘Sinds het wegvallen van het minimumkapitaal voor een bv wordt vaak een heel laag kapitaal ingebracht en wordt meer gewerkt met de rekening-courant van de vennoot’, zegt Julie Leroy, fiscaal adviseur van de ondernemersorganisatie Unizo.
Voor de lening aan de vennootschap of de vordering ontvangt u intresten. Op die intresten betaalt u 30 procent roerende voorheffing. ‘Maar dat is voordeliger dan dat u uzelf loon zou uitbetalen, want daarvoor gelden de hogere tarieven van de personenbelasting’, zegt Leroy. ‘Bovendien moeten geen sociale bijdragen betaald worden op de intresten.’
Voor de vennootschap is het voordeel dat de intresten afgetrokken mogen worden van de belastbare winst. En dat in tegenstelling tot dividenden, die niet aftrekbaar zijn als kosten in de vennootschap. Hou er wel rekening mee dat het geleende bedrag en de intresten die eruit voortvloeien binnen proportie zijn. Anders beschouwt de fiscus die intresten toch als een dividend, waarvoor ook een roerende voorheffing van 30 procent geldt.
6. Forfaitaire onkostenvergoeding
Zelfstandigen die geregeld op verplaatsing gaan, kunnen een beroep doen op een onkostenvergoeding voor binnenlandse dienstreizen. Dat kan op basis van werkelijke kosten of bepaalde forfaits. Die vergoedingen zijn belastingvrij voor de ontvanger. U kunt kiezen voor een forfaitaire maandvergoeding (326,24 euro) of een forfaitaire dagvergoeding (20,39 euro).
Daarnaast is het mogelijk een forfaitaire vergoeding uit te betalen voor bepaalde kosten, zoals thuiswerk (151,70 euro per maand) of wagenkosten (zoals 15 euro per maand voor de carwash). Let wel: alle onkosten moeten worden vermeld op de fiche 281.20 van uw vennootschap.
7. Opties of warranten
U kunt met uw vennootschap aandelenopties of warranten toekennen aan uzelf. Dat zijn financiële instrumenten die het recht geven om aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs gedurende een bepaalde periode. De vennootschap kan die kopen via de bank en gratis toekennen aan u. Dat wordt beschouwd als een voordeel alle aard in de personenbelasting en is forfaitair belastbaar tegen minimaal 18 procent tot maximaal 23 procent van de waarde van de onderliggende aandelen op het moment van de toekenning.
Na een jaar kunnen de opties of warranten uitgeoefend worden. De vennootschap koopt de opties of warranten aan, wat geldt als aftrekbare kosten. Als u de opties licht en de aandelen daarna verkoopt, is de meerwaarde die u realiseert op die aandelen onbelast.
8. Maaltijd- en/of ecocheques
U kunt vanuit uw vennootschap maaltijd- en/of ecocheques toekennen als onderdeel van uw verloning. Die zijn niet aftrekbaar in de vennootschapsbelasting, maar niet onderworpen aan belastingen of sociale bijdragen.
9. Verhuren aan uw vennootschap
U kunt uw werkplek in uw privéwoning (bijvoorbeeld een dokterspraktijk) verhuren aan uw vennootschap. Die huurinkomsten worden progressief belast in de personenbelasting, maar u mag een kostenforfait van 40 procent aftrekken. Dat betekent dat slechts 60 procent van uw huurinkomsten belast worden. De huurprijs is wel beperkt. Is die excessief, dan kan de fiscus die herkwalificeren in loon waarop personenbelasting en sociale bijdragen verschuldigd zijn.
10. Vergoeding bestuurder
U kunt uzelf vanuit de vennootschap een zogenaamd tantième uitkeren. Formeel is dat een beloning voor geleverde prestaties. Het voordeel voor de vennootschap is dat het om aftrekbare kosten gaat. Het voordeel voor de ontvanger is dat het tantième vaak een jaar later belast wordt in de personenbelasting. Dat betekent dus uitstel van belasting.