U bent van plan om op korte termijn een nieuwe auto aan te schaffen voor uw vennootschap. Uw vennootschap zou die niet kopen, maar leasen of renten. Wat zijn de fiscale verschillen tussen beide opties, in het algemeen en in het licht van de zgn. vergroening van de autofiscaliteit in het bijzonder?
Felix Vanden Heede, Fiscaal jurist
Hoe (snel) komt de auto in kosten?
Kopen en leasing. Een gekochte of geleasede auto wordt geboekt als een investering en afgeschreven. De fiscus aanvaardt normaal gezien geen kortere afschrijvingstermijn dan vijf jaar.
Renting. Een gerente auto is geen investering. Rentingfacturen worden direct in kosten geboekt. Omdat de termijn van een rentingcontract meestal korter is dan vijf jaar, en bv. 36 maanden bedraagt, komt een gerente auto normaal gezien dus sneller in kosten dan een gekochte of geleasede.
Verhoogde eerste factuur. Bij een renting wordt vaak een eerste verhoogde factuur betaald. Vroeger was die zonder discussie in één keer aftrekbaar. Sinds 2018 is dat echter normaal gezien niet meer het geval omdat voor vooruitbetaalde kosten het boekhoudkundige ‘matchingprincipe’ geldt (art. 195/1 WIB 92) . Dit betekent dat die eerste factuur in principe gespreid moet worden over de volledige duur van de renting, via de overlopende rekeningen (CBN-advies nr. 2015/4, 24.06.2015; circ. nr. 2018/C/43, 10.04.2018) .
Tip. Een aftrek in één keer is toch nog mogelijk als u kunt aantonen dat de kosten van de verhoogde factuur wel degelijk volledig betrekking hebben op dat eerste jaar, m.a.w. dat het bedrag van de kosten overeenkomt met de werkelijke waardedaling van de auto in het eerste jaar.
Let op! De kans is groot dat de fiscus moeilijk zal doen over de aftrek. Zorg ervoor dat u de waardedaling in het eerste jaar kunt onderbouwen, bv. met een waarderingsverslag van een expert.
Optie. Zowel bij leasing als renting is er aan het einde van de termijn een aankoopoptie. Bij een leasing bedraagt die maximaal 15% van de aankoopprijs (excl. btw), bij een renting is dat min. 16%. Licht uw vennootschap de optie, dan wordt de optieprijs geboekt als investering, die normaal gezien over twee of drie jaar afgeschreven wordt.
Verschil voor de vergroening?
Vergroening. Zoals u weet, wordt voor auto’s op fossiele brandstof waarvan u de bestelbon of het lease- of rentingcontract ondertekent vanaf 01.07.2023 de aftrek geleidelijk naar 0% gebracht. In 2025 wordt het aftrekbare percentage volgens de zgn. gramformule begrensd tot 75%, het jaar nadien tot 50%, in 2027 tot 25%, en vanaf 2028 zijn de kosten helemaal niet meer aftrekbaar.
Verschil tussen kopen, leasen of renten? Niet als u de bestelbon of het contract vóór 01.07.2023 tekent. De auto ontsnapt dan aan de vergroening, ongeacht waarvoor u kiest. Tekent u de bestelbon of het contract echter pas vanaf 01.07.2023, dan is een renting fiscaal gezien interessanter. Omdat een gerente auto sneller in kosten komt dan een gekochte of geleasede, zal er immers een groter deel van de kosten aan de jaarlijks verminderende aftrekbaarheid vanaf 01.01.2025 ontsnappen.
Voorbeeld. Koopt of leaset u op 01.01.2024 een auto, dan is de laatste afschrijving (boekjaar 2028) niet meer aftrekbaar. Rent u op 01.01.2024 voor 36 maanden een auto, dan zal de laatste factuur (boekjaar 2026) nog voor 50% aftrekbaar zijn.
Tip. Licht u na 01.07.2023 de optie van een leasing of renting die u voor die datum afgesloten heeft, dan blijven de oude regels gelden. De afschrijvingen van de optie ontsnappen dus ook aan de ‘vergroening’ (parl. vr. nr. 1111, Vermeersch, 06.07.2022) .
Renting komt sneller in kosten dan een aankoop of leasing zodat voor een gerente auto vanaf 01.07.2023 een groter deel van de kosten ontsnapt aan de ‘vergroening’ vanaf 01.01.2025 dan voor een gekochte of geleasede. Een eerste verhoogde factuur is niet meer in één keer aftrekbaar, tenzij u een snellere waardevermindering in het eerste jaar kunt aantonen.