Co-ouders moeten korting op onroerende voorheffing aanvragen

Co-ouders kunnen vanaf dit jaar de korting op de onroerende voorheffing voor hun inwonende kinderen tussen hen beiden verdelen. Dat moet wel expliciet aangevraagd worden.

Ouders met minstens twee kinderen krijgen een vermindering van de onroerende voorheffing. Dat is de gewestelijke belasting op vastgoed die eigenaars moeten betalen. Vanaf dit jaar kunnen co-ouders vragen het voordeel te verdelen.

Tot vorig jaar kon alleen één ouder de vermindering krijgen. De voorwaarde was dat de kinderen op 1 januari van het aanslagjaar gedomicilieerd waren op het adres van de woning.

Maar kinderen kunnen maar op één adres hun hoofdverblijfplaats hebben, ook al wonen ze na een relatiebreuk om beurten bij hun ouders. De co-ouder bij wie het kind niet gedomicilieerd was, kon dus geen vermindering krijgen.

Nadat het Grondwettelijk Hof vorige zomer had geoordeeld dat dat het gelijkheidsbeginsel schond, is de regeling in Vlaanderen aangepast. In andere gewesten was dat al eerder het geval.

Forfaitair voordeel

Sinds Nieuwjaar is er voor gezinnen met twee kinderen of meer een forfaitaire Vlaamse korting van 8 euro per kind. Dat basisbedrag wordt vermeerderd met gemeentelijke en provinciale opcentiemen. Voor een gemeente met 400 provinciale en 1.000 gemeentelijke opcentiemen bedraagt de totale vermindering 120 euro. Voor kinderen met een handicap wordt de vermindering verdubbeld.

Wonen de ouders niet meer samen en verblijven de kinderen afwisselend bij een van hen, dan kunnen de co-ouders vragen de vermindering proportioneel te verdelen. ‘Proportioneel’ betekent dat elke ouder een deel van de vermindering krijgt, afhankelijk van de periode dat de kinderen bij hen wonen. Dat wordt uitgedrukt in een percentage.

Als uw kind week om week bij u woont, dan is dat 50 procent. Woont uw kind op weekdagen bij u en in de weekends bij uw ex-partner, dan moet u 71 procent (5 dagen op 7, of afgerond 182 op 365) invullen op uw aanvraagformulier.

Minstens twee kinderen

Aan de vermindering blijven voorwaarden verbonden. Het moet gaan om kinderen die recht hebben op gezinsbijslag of groeipakket (de vroegere kinderbijslag). Een aandachtspunt is dat ook bij co-ouderschap de voorwaarde blijft bestaan dat minstens twee kinderen in hetzelfde gezin op het adres zijn ingeschreven. Voor ouders die uit elkaar gaan, blijft het belangrijk na te denken waar de kinderen gedomicilieerd worden.

Voorbeeld:

Fien en Jan hebben samen twee kinderen en gaan uit elkaar. Als Fien en Jan beiden alleenstaand blijven en de twee kinderen worden gedomicilieerd bij Fien, dan is er recht op vermindering. Die kan dan over hen beiden gesplitst worden. Kiezen Fien en Jan ervoor bij elk van hen één kind te domiciliëren, dan is er geen recht op vermindering, voor geen van beide kinderen.

Ook de kinderen van een nieuwe partner tellen. Stel dat Jan alleen blijft, maar Fien opnieuw gaat samenwonen met een nieuwe partner die twee kinderen uit een vorig huwelijk heeft. Als één kind bij Jan wordt gedomicilieerd en één bij Fien, dan ziet de situatie er als volgt uit. Voor het kind dat bij Jan woont, is er geen vermindering, omdat in dat gezin maar één kind gedomicilieerd is. In het nieuwe gezin van Fien zijn drie kinderen gedomicilieerd: één van Fien en twee van haar nieuwe partner. Voor die kinderen is er wel vermindering. De vermindering voor het kind van Fien en Jan kan tussen hen verdeeld worden. De vermindering voor de andere twee kinderen van de nieuwe partner kan verdeeld worden over de nieuwe partner en de partner uit diens vorig huwelijk.

De voorwaarde van minstens twee kinderen wordt beoordeeld op 1 januari. Als er later op het jaar kinderen bijkomen of verhuizen, dan heeft dat geen invloed op de eventuele vermindering voor dat jaar.

Expliciet aanvragen

De verdeling tussen co-ouders wordt nooit automatisch toegekend, omdat de Vlaamse belastingdienst geen gegevens over de verblijfsregeling heeft. U moet ze ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar aanvragen met een formulier dat u vindt op de website (www.vlaanderen.be/onroerende-voorheffing). U voegt een bewijsstuk van het co-ouderschap toe, zoals een overeenkomst getekend door beide ouders of een rechterlijke beslissing.

De vermindering geldt ook voor huurders. De vermindering wordt in dat geval toegekend aan de verhuurder, die ze in de huur moet verrekenen. Daarvoor moet u op het aanvraagformulier de gegevens van de verhuurder invullen.

U moet de aanvraag maar één keer doen. De vermindering blijft de volgende jaren doorlopen, zolang aan alle voorwaarden voldaan is. Een nieuwe aanvraag is pas nodig als de verblijfsregeling voor de kinderen verandert, het aantal kinderbijslaggerechtigde kinderen wijzigt of als een ouder of kind verhuist.

Bron: De Tijd – Petra De Rouck