Wat komt de fiscus allemaal te weten over uw spaargeld?

Met de deadline voor het indienen van de belastingaangifte in zicht moeten de meeste Belgen weer veel informatie over hun financiën doorspelen aan de fiscus. Die wordt ook op andere manieren wijzer over ons spaargeld. Steeds meer databanken staan tot zijn beschikking.

Hoewel ons land geen vermogenskadaster heeft, werden de voorbije jaren wel stappen in die richting gezet. In de strijd tegen witwassen en terrorisme kreeg de fiscus meer zicht op uw spaargeld. Sommige zaken moet u zelf aangeven in uw belastingaangifte, andere kan de fiscus op het spoor komen. We zetten de belangrijkste op een rij.

1. Wat moet u zelf aangeven?

U moet de overheid via de belastingaangifte elk jaar enkele gegevens over uw spaargeld doorspelen. Hebt u spaarproducten, aandelen of beleggingsfondsen bij een Belgische bank of tussenpersoon, dan onderwerpt die de inkomsten daaruit in principe aan een bevrijdende roerende voorheffing. De instellingen storten het bedrag periodiek en op geaggregeerde basis door aan de staatskas en delen daarbij geen gegevens van individuele cliënten, zoals rekeningnummers of namen. Door de bevrijdende roerende voorheffing moet u de inkomsten zelf niet meer aangeven. Toch mag u er niet van uitgaan dat u nooit inkomsten uit spaargeld of beleggingen moet aangeven. In de volgende gevallen moet het wel.

Spaarboekjes

Wie via zijn spaarboekje meer dan 980 euro aan intresten int, moet op het surplus een roerende voorheffing van 15 procent betalen. Overschrijdt u de drempel bij dezelfde bank, dan doet de bank dat voor u. Als dat gebeurt via meerdere spaarboekjes bij verschillende banken, dan moet u de belastbare intresten zelf aangeven. In de belastingaangifte van 2022 (inkomsten 2021) gaven 2.613 Belgen de intresten op hun spaarboekjes aan. Samen overschreden ze de intrestdrempel met 2,3 miljoen euro.

Dat wordt de komende jaren wellicht meer. Bij een wettelijke minimumrente van 0,11 procent overschrijdt u de drempel pas met meer dan 890.909 euro op spaarboekjes. Nu de spaarrentes in de lift zitten, gaat de lat steeds lager. Tegen een spaarrente van 1,5 procent zakt de drempel al naar 65.333 euro spaargeld. Stijgt de spaarrente tot 2,3 procent – de hoogste rente op de markt zonder voorwaarden – dan slinkt het bedrag verder tot 42.609 euro. Waakzaamheid is dus geboden. Let wel: de drempel geldt per persoon. Voor een gehuwd koppel met gezamenlijke spaarrekeningen mag u samen tot 1.960 euro intresten belastingvrij innen.

Buitenlandse bank

Wie spaargeld of beleggingen op een rekening van een buitenlandse financiële instelling of tussenpersoon heeft, moet uitkijken. Als die de Belgische bronbelasting niet voor u int, wat meestal het geval is, dan moet u de belastbare inkomsten zelf aangeven in uw belastingaangifte. Onlinebrokers zoals BUX, Degiro of Mexem houden geen Belgische roerende voorheffing af, waardoor u ze zelf moet aangeven. Al geldt die verplichting niet noodzakelijk voor dividenden van aandelen, aangezien daarvoor een belastingvrije schijf bestaat (zie volgend punt).

Recuperatie dividenden

Heeft u aandelen op een rekening van een Belgische financiële instelling, dan wordt de roerende voorheffing op de dividenden automatisch afgehouden. Sinds 2018 kunt u een deel daarvan recupereren. Er geldt een maximumbedrag van 800 euro aan dividenden, wat betekent dat u maximaal 240 euro (30% roerende voorheffing op 800 euro) kunt recupereren.

De belastingvrije schijf geldt alleen voor dividenden van aandelen, niet voor dividenden van beleggingsfondsen of trackers. Ook coöperatieve aandelen, zoals van zoals Cera, CrelanCo, Ecopower of Alterfin, komen in aanmerking. Hun dividenden worden aan de bron belast, maar u kunt ook die roerende voorheffing (gedeeltelijk) recupereren.

551.304 Belgen vorderden in de belastingaangifte van 2022 roerende voorheffing op dividenden terug. Ze recupereerden 68 miljoen euro, gemiddeld 123 euro, een kwart meer dan in 2021.

Gemeenschappelijke beleggingsfondsen

Heeft u op een Belgische of buitenlandse rekening nog deelbewijzen van buitenlandse gemeenschappelijke beleggingsfondsen, dan heeft u ook een aangifteplicht. De inkomsten van zulke fondsen zijn fiscaal transparant, wat betekent dat de eindbelegger verantwoordelijk is voor de aangifte. De voorbije jaren hebben de meeste buitenlandse fondsenhuizen hun gemeenschappelijke beleggingsfondsen omgezet in beleggingsvennootschappen (sicavs), zodat ze het normale belastingregime ondergaan. Toch blijven nog enkele gemeenschappelijke beleggingsfondsen geregistreerd. Raadpleeg voor informatie de essentiële beleggersinformatie van het fonds.

Beurstaks

Heel wat Belgen openden de voorbije jaren een rekening bij een onlinebroker in het buitenland, aangetrokken door lagere transactiekosten. De keerzijde is dat het over een buitenlandse rekening gaat en dat buitenlandse brokers niet altijd de beurstaks of roerende voorheffing (zie hoger) afhouden. Voor de beurstaks is dat bijvoorbeeld het geval bij de Duitse speler Trade Republic, die recent neerstreek in ons land. U bent dan verplicht zelf de beurstaks te berekenen en aan te geven. Dat moet gebeuren binnen de twee maanden na de transactie en verloopt via een gestandaardiseerd formulier, niet via de belastingaangifte.

Buitenlandse rekening

Al meerdere jaren zijn Belgen verplicht in hun belastingaangifte aan te geven of ze over een buitenlandse rekening beschikken. U doet dat door een veld aan te vinken. De fiscus vraagt ook het land van herkomst, maar u moet geen saldi van de rekeningen geven. In de belastingaangifte van 2022 gaven 350.258 Belgische gezinnen een buitenlandse rekening aan, 8 procent meer dan in 2021.

Ook een buitenlandse verzekering moet aangegeven worden. In de belastingaangifte van 2022 ging het om 63.861 Belgische gezinnen, 3 procent minder dan in 2021 en 15 procent minder dan in 2019.

Ten slotte is het bestaan van een buitenlandse juridische constructie aangifteplichtig. In het aanslagjaar 2022 gaven 2.728 Belgische gezinnen zo’n constructie aan.

Effectenrekening

Heeft u een effectenrekening waarop meer dan 1 miljoen euro staat, vergeet dan de effectentaks niet. Die taks van 0,15 procent wordt op een Belgische effectenrekening automatisch afgehouden als het gemiddelde saldo tijdens het voorgaande jaar boven 1 miljoen euro uitkwam. Als u die rekening aanhoudt bij een buitenlandse financiële instelling is de kans groot dat u het zelf in uw belastingaangifte moet aangeven.

2. Welke gegevens krijgt de fiscus via andere kanalen?

Zonder dat u het beseft, krijgt de fiscus spontaan informatie over uw financiële situatie. Dat heeft alles te maken met de internationale gegevensuitwisseling die in 2014 in de steigers werd gezet, de Common Reporting Standards (CRS). Intussen nemen meer dan 100 landen deel aan de uitwisseling, waaronder België en de andere EU-lidstaten. Ook Zwitserland en belastingparadijzen als de Kaaimaneilanden en Liechtenstein doen mee.

Elk jaar ontvangt de fiscus informatie over het saldo op uw buitenlandse rekening en over de inkomsten die van die rekening werden uitgekeerd. Het heeft geen enkele zin meer die te verzwijgen in uw belastingaangifte. Ook buitenlandse verzekeringen zitten in het pakket CRS-gegevens, waardoor de Belgische fiscus een perfect zicht heeft op de uitstaande kapitalen in zo’n verzekering.

Sinds het begin van de automatische uitwisseling in 2017 heeft de Belgische belastingadministratie bijna 9,6 miljoen nieuwe inlichtingen ontvangen van partnerstaten.

Ook op andere manieren kan de fiscus spontaan op de hoogte worden gesteld van uw vermogen. Dat is het geval bij een overlijden, waarbij de rekeningen meteen geblokkeerd worden en een aangifte voor nalatenschap moet worden opgesteld die de stand van de rekeningen vermeldt. Ook bij spaar- of beleggingsverzekeringen worden de kapitalen bij overlijden zichtbaar. Belgische verzekeraars moeten de fiscus bij een overlijden op de hoogte stellen van het contract.

3. Welke data kan de fiscus opvragen?

Ten slotte heeft de fiscus toegang tot databanken die hij onder voorwaarden kan raadplegen. Sinds 2014 zijn de Belgische banken en verzekeraars verplicht alle bankrekeningen en financiële contracten van hun cliënten door te spelen aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP), dat gecoördineerd wordt bij de Nationale Bank. Het gaat om zicht-, deposito-, spaar-, effecten- en termijnrekeningen.

Oorspronkelijk bevatte het register alleen de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer. Sinds vorig jaar bevat het ook het saldo en de uitstaande bedragen op de rekeningen en in de contracten. Banken en verzekeraars zijn verplicht die informatie met een vaste frequentie door te spelen, waardoor de fiscus de evolutie van uw vermogen kan volgen.

In principe kan de fiscale administratie het meldpunt alleen raadplegen als ze beschikt over aanwijzingen van fiscale fraude of als ze achterstallige belastingen wil innen. In de eerste jaarhelft gebeurde dat 47.955 keer, 16 procent meer dan in de eerste helft van 2022. Bij indicaties van fraude kan de fiscus ook, na een kennisgeving aan de belastingplichtige, rechtstreeks de financiële instellingen bevragen en een zicht krijgen op financiële transacties en tegoeden.

Bron: De Tijd – Peter Van Maldegem