Zowel loontrekkenden als zelfstandigen hebben recht op moederschapsverlof. Maar ze vallen elk onder een eigen stelsel. Wat als u een zelfstandige activiteit combineert met een baan als werknemer?
Als u een zelfstandige activiteit combineert met een baan in loondienst hebt u recht op 15 weken moederschapsrust.
Voor wie alleen maar als loontrekkende of zelfstandige werkt, is het aanvragen van moederschapsverlof een eenvoudige zaak. Elk stelsel heeft zijn eigen spelregels en die moet u volgen. Anders is het als u een job als loontrekkende hebt en tegelijk actief bent als zelfstandige in bijberoep. Of als u zelfstandige in hoofdberoep bent en ook nog beperkt aan de slag bent als loontrekkende in een bedrijf. We overlopen wat die verschillende situaties voor het moederschapsverlof betekenen.
Loontrekkende
Als u gaat bevallen, dan hebt u recht op 15 weken moederschapsverlof. Dat is uitgesplitst in maximaal zes weken voor de bevalling en minimaal negen weken na de bevalling. Eén week voor de uitgerekende bevallingsdatum mag u niet meer gaan werken.
Als loontrekkende krijgt u tijdens het moederschapsverlof een percentage van uw loon uitgekeerd. De eerste 30 dagen is dat 82 procent van uw werkelijke brutoloon. Vanaf de 31ste dag gaat het om 75 procent van het begrensde loon, dat momenteel 146,97 euro per dag bedraagt. Van dat bedrag wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11 procent afgehouden.
Zelfstandige
Zelfstandigen hebben recht op maximaal twaalf weken moederschapsverlof. Daarvan moet één week verplicht worden opgenomen onmiddellijk voorafgaand aan de uitgerekende bevallingsdatum. Meteen na de bevalling moeten verplicht twee weken opgenomen worden. De overige negen weken mogen naar keuze worden opgenomen in periodes van zeven kalenderdagen.
Tijdens die negen weken mag u uw activiteiten als zelfstandige voor maximaal de helft uitoefenen in plaats van ze volledig stop te zetten. Die keuze kunt u elke week afzonderlijk maken. Elke week waarin u uw activiteiten volledige stopzet, wordt omgezet in twee weken waarin u uw activiteiten voor maximaal de helft uitoefent. De negen weken moederschapsrust kunnen op die manier worden omgezet in maximaal 18 weken moederschapsrust.
Zelfstandigen krijgen na de bevalling boven op een forfaitair bedrag per week ook 105 dienstencheques
Zelfstandigen krijgen tijdens hun moederschapsverlof een forfaitair bedrag van 504,54 euro per week. Als u gedurende een of meerdere weken uw activiteiten als zelfstandige voor maximaal de helft blijft uitoefenen, dan bedraagt de uitkering voor die week de helft.
Zelfstandigen krijgen boven op hun uitkering ook 105 dienstencheques waarmee ze moederschapshulp kunnen betalen. Daarnaast is er een vrijstelling van de betaling van sociale bijdragen voor het kwartaal dat volgt op het kwartaal van de bevalling.
Gemengde beroepsactiviteit
Als u een zelfstandige activiteit combineert met een beroepsbezigheid als loontrekkende gebeurt de moederschapsuitkering in eerste instantie in het stelsel voor de loontrekkenden. Maar tegelijk wordt onderzocht of er ook een recht op moederschapsuitkering bestaat binnen het stelsel voor zelfstandigen.
Als voor de refertekwartalen bijdragen zijn betaald als zelfstandige in hoofdberoep, dan valt u ook onder het stelsel voor zelfstandigen. ‘Maar ook zelfstandigen in bijberoep kunnen daaraan beantwoorden, aangezien ze vaak bijdragen betalen die minstens gelijk zijn aan de minimumbijdrage voor hoofdberoep’, zegt Lore Verdonck van het ziekenfonds CM.
Als u na een bevalling in beide stelsels aanspraak maakt op een vergoeding levert dat niet altijd extra geld op.
Als in beide stelsels het recht op een uitkering kan worden toegekend, dan maakt u niet alleen aanspraak op de vergoeding als loontrekkende, maar ook op de vergoeding als zelfstandige. In de praktijk levert dat niet altijd extra geld op, aangezien het bedrag van de forfaitaire uitkering voor de zelfstandigen wordt verminderd met de uitkering als loontrekkende. ‘Vanaf een bepaalde hoogte van het loon als werknemer komt het bedrag dus op nul euro uit’, verduidelijkt Verdonck.
Los van de hoogte van de uitkering levert het sowieso een bijkomend voordeel op als iemand ook onder het stelsel voor zelfstandigen valt. ‘Zo hebt u dan recht op 105 dienstencheques en op een vrijstelling van de betaling van de sociale bijdragen voor het kwartaal dat volgt op het kwartaal van de bevalling. De enige voorwaarde is dat u daadwerkelijk uw moederschapsrust in het kader van het stelsel van de zelfstandigen opneemt, ook al is dat voor een uitkering van nul euro.’
Hoeveel verlof kunt u opnemen? U hebt in principe recht op 15 weken moederschapsrust, met de mogelijkheid om uw zelfstandige activiteit na de 12de week te hervatten. Weet dat u om recht te hebben op een moederschapsuitkering verplicht bent om elke vorm van activiteit stop te zetten voor de volledige duur van de moederschapsrust. Als u dus 15 weken wilt opnemen, moet u tijdens die 15 weken niet alleen uw loontrekkende activiteit maar ook uw zelfstandige activiteit stopzetten.
Wat met de vaders?
Zowel zelfstandigen als loontrekkenden hebben recht op 15 dagen vaderschaps- of geboorteverlof. Die dagen mogen in een keer of verspreid worden opgenomen. Dat moet gebeuren in de vier maanden na de bevalling.
Als loontrekkende krijgen vaders of meeouders voor de eerste drie werkdagen een normaal loon van hun werkgever. Het ziekenfonds van de werknemer vergoedt de andere dagen. Het bedrag van de uitkering bedraagt 82 procent van het begrensde brutoloon. Van dat bedrag houdt het ziekenfonds een bedrijfsvoorheffing van 11,11 procent in. Zelfstandigen krijgen een forfaitair bedrag van 83,26 euro per verlofdag, wat neerkomt op 1.248,90 euro in totaal.
Voor vaders die een activiteit als zelfstandige combineren met een baan als loontrekkende primeert de regeling van het geboorteverlof als loontrekkende.
DE REGELS VOOR TIJDSKREDIET EN OUDERSCHAPSVERLOF
De loopbaan deels of volledig tijdelijk op pauze zetten via tijdskrediet en ouderschapsverlof is in de regel alleen weggelegd voor loontrekkenden. Zelfstandigen hebben geen recht op die vormen van verlof.
Wie een zelfstandige activiteit in hoofdberoep combineert met een baan als werknemer van bijvoorbeeld 30 of 50 procent kan wel een beroep doen op tijdskrediet en ouderschapsverlof. Maar door de regels daarover blijven de opties beperkt.
De enige mogelijkheid is om het werk volledig te onderbreken. Voor beide soorten van verlof is bepaald dat bij deeltijds werk het werk alleen volledig kan worden onderbroken’, zegt Annelies Bries, expert bij de hr-dienstengroep Acerta. ‘Om halftijds, een vijfde of een tiende ouderschapsverlof te kunnen nemen, moet u voltijds werken. Voor tijdskrediet geldt dat u voor een halftijdse onderbreking minstens 75 procent moet werken. Voor een onderbreking van een vijfde moet u een voltijdse betrekking hebben en dat gedurende twaalf maanden voorafgaand aan de aanvraag van het verlof.’
De maximumduur voor tijdskrediet is 51 maanden. Het speelt geen rol of het om een voltijdse, halftijdse of onderbreking met een vijfde gaat. U moet de 51 maanden niet ineens opnemen. Een voltijds tijdskrediet kan worden opgenomen in blokken van minimaal drie maanden.
Het ouderschapsverlof kunt u in voltijdse vorm voor maximaal vier maanden nemen. In principe wordt het opgenomen in blokken van een of meerdere maanden. ‘Maar sinds 2019 is het ook mogelijk de vier maanden voltijds ouderschapsverlof te splitsen in periodes van een of meerdere weken’, zegt Bries. ‘Als u het in weken vraagt, mag de werkgever het ouderschapsverlof wel weigeren.’
In de periode van onderbreking mag u een zelfstandige activiteit uitoefenen met behoud van de RVA-uitkering die u voor uw tijdskrediet of uw ouderschapsverlof krijgt. Bij voltijds ouderschapsverlof kunt u de uitkering combineren met een zelfstandige activiteit, zelfs als u voordien nog nooit een zelfstandige activiteit hebt uitgeoefend. Bij tijdskrediet mag dat alleen als u al minstens een jaar voor de ingangsdatum van het verlof actief was als zelfstandige. Een bijkomende voorwaarde is dat u tijdens uw tijdskrediet pensioenrechten blijft opbouwen als loontrekkende.
Zijn die twee voorwaarden vervuld, dan is cumulatie mogelijk. Maar die wordt beperkt in de tijd. Bij een voltijdse onderbreking kan dat twaalf maanden. Daarna kunt u verder tijdskrediet opnemen, maar dan zonder uitkering van de RVA.