Een fiscale voorziening: Wat kan nog na het zomerakkoord?

Uw vennootschap kan een boekhoudkundige voorziening aanleggen voor toekomstige risico’s of kosten. Hiermee kan het boekhoudkundig resultaat van uw vennootschap verminderd worden met toekomstige scherp omschreven risico’s en kosten. Onder bepaalde voorwaarden wordt een dergelijke voorziening fiscaal vrijgesteld, zodat ook het fiscaal resultaat van uw vennootschap vermindert. Het zomerakkoord van de federale regering en de wet van 25 december 2017 beperken de voorzieningen die fiscaal worden vrijgesteld. Hierna een woordje uitleg.

Welke voorzieningen worden fiscaal vrijgesteld?

In een boekjaar dat is gestart vóór 1 januari 2018 is een voorziening vrijgesteld indien de toekomstige risico’s of kosten o.m. scherp omschreven en waarschijnlijk zijn. Een voorziening gebaseerd op eenvoudige verwachtingen en approximatieve ramingen wordt niet vrijgesteld. Het is vereist dat het risico of de kost voldoende verantwoord wordt aan de hand van concrete omstandigheden die zich tijdens het boekjaar hebben voorgedaan en die bij het einde van het boekjaar nog steeds bestaan. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn die voor kosten met betrekking tot vrijwillig geplande grote herstellingen of onderhoud van gebouwen die periodiek met regelmatige tussenpozen van niet meer dan 10 jaar worden uitgevoerd. Een voorziening voor echte vernieuwingskosten van een gebouw komt niet in aanmerking.

De algemene voorwaarden voor een vrijgestelde voorziening wijzigen niet maar het zomerakkoord en de wet van 25 december 2017 beperken de fiscaal vrijgestelde voorzieningen. Een nieuwe voorziening in een boekjaar dat ten vroegste start op 1 januari 2018 is énkel nog vrijgesteld indien die is aangelegd op basis van een contractuele, wettelijke of een reglementaire verplichting (andere dan die op basis van een boekhoudkundige of jaarrekeningrechtelijke reglementering). Die verplichting moet bestaan op balansdatum. Voorbeelden van voorzieningen die nog in aanmerking komen zijn:

  • garantieverplichtingen
  • hangende geschillen voortkomende uit de door de vennootschap omschreven wettelijke of contractuele verplichtingen
  • milieuverplichtingen (bv. saneringsverplichtingen)
  • waarborg voor de 10-jarige aansprakelijkheid
  • voorziening voor de vergoeding van een verzekerd schadegeval tbv van de kosten van herstel

Een voorziening voor bijvoorbeeld grote onderhouds- en herstellingswerken aan gebouwen komt niet meer in aanmerking! Dergelijke kosten worden namelijk op vrijwillige basis gedaan en niet op basis van een contractuele of wettelijke verplichting.

De nieuwe regeling geldt niet voor de oude voorzieningen die zijn aangelegd in boekjaren die zijn gestart vóór 1 januari 2018. Met andere woorden, de bestaande oude voorzieningen die niet zijn aangelegd op basis van contractuele, wettelijke of een reglementaire verplichting blijven bestaan en worden niet aangetast.

Wat bij de latere terugname van een vrijgestelde voorziening?

De terugname van een voorziening gebeurt via een opbrengstrekening. Dit leidt met andere woorden tot een hoger boekhoudkundig resultaat en dus ook tot een hogere belastbare winst. Dit is logisch want de aangelegde voorziening werd bij de aanleg fiscaal vrijgesteld en heeft in dat jaar aanleiding gegeven tot een lagere belastbare winst.

Daling van de vennootschapsbelasting

De vennootschapsbelasting daalt vanaf 2018 van 33,99% naar 29,58% of zelfs 20,40% voor bepaalde kleine vennootschappen. De nieuwe tarieven van 29,58% en 20,40% zullen vanaf 2020 verder dalen naar respectievelijk 25% en 20%.

Nog snel een voorziening boeken?

Op het eerste gezicht is het aantrekkelijk om voor het boekjaar 2017 nog snel voor de laatste keer een vrijwillige vrijgestelde voorziening aan te leggen voor bijvoorbeeld geplande grote herstellingswerken. De voorziening geeft een belastingbesparing van 33,99% maar die zou bij een latere terugname worden belast aan slechts 25% of 20%… een optimalisatie tbv het verschil, namelijk 8,99% resp. 13,99%. Dit zou te mooi zijn en de wetgever heeft die optimalisatie dan ook onmogelijk gemaakt. Een vennootschap die nog snel een vrijgestelde voorziening aanlegt in het boekjaar 2017, zal bij de latere terugname van die voorziening altijd belastbaar zijn aan 33,99%…