Wie de eerste stap naar ondernemerschap zet, richt meestal een eenmanszaak op. De relatief eenvoudige boekhouding en opstartprocedure zijn dan immers nét wat u nodig heeft. Maar wat als uw eenmansbedrijf stilaan uit zijn voegen barst? Dan is het misschien wel het moment aangebroken om de sprong naar een vennootschap te wagen. Enkele stappen voor een vlotte omzetting.
1. Check of de tijd rijp is
Overstappen op een vennootschap is vooral een slimme of zelfs broodnodige zet om:
minder zwaar belast te worden
Als zelfstandige in een eenmanszaak staat u onder hoge belastingdruk, dat weet u als geen ander. Schakelt u over op een vennootschap, dan valt u onder het voordeligere systeem van de vennootschapsbelasting: 33.99% in plaats van maximum 50%.
Vanaf inkomstenjaar 2018 zal dit tarief nog verder dalen tot 25%. Een KMO- vennootschap kan voor de eerste schijf van 100.000 EUR zelfs genieten van een tarief van 20%. Dit tarief zal weliswaar onderworpen zijn aan een minimumbezoldiging van 45.000 EUR.
zelf een bestemming aan de winst te geven
Zelf bepalen of, wanneer en hoeveel van uw winst als loon of als dividend wordt uitbetaald? In een eenmanszaak bent u eraan voor de moeite: uw inkomsten passeren de facto langs de personenbelasting. In een vennootschap beslist u echter zelf over de bestemming van de winst.
Tip: een vennootschap heeft slechts nut wanneer u meer verdient dan u opdoet. Dit betekent dat een vennootschap slechts nut heeft wanneer u de overschot kan herinvesteren in de vennootschap.
uw privébezittingen beter te beschermen
Hoe groter uw handelsverrichtingen, hoe omvangrijker de risico’s. Gaat het financieel mis met uw eenmanszaak, dan kan er ook op uw privébezittingen beslag worden gelegd. Bij een vennootschap kan dat niet: er is dan een scheiding tussen uw privé- en professioneel bezit.
vers kapitaal binnen te rijven
Investeerders aantrekken is vaak essentieel om te blijven groeien. Door de scheiding van privé- en bedrijfsvermogen is de financiële architectuur van een vennootschap veel transparanter en eenduidiger dan die van een eenmanszaak. En laat dat nu net zijn wat banken en investeerders willen zien om te bepalen of u een nieuwe lening of financieringsronde krijgt.
een partner aan boord te halen
De naam van de bedrijfsvorm laat het al raden: samen met een zakenpartner uw bedrijf runnen, kan niet in een eenmanszaak. Door over te schakelen op een vennootschap, kan u wél de handen in elkaar slaan, de aandelen onderling verdelen en samen uw bedrijf naar nieuwe hoogtes tillen.
2. Bepaal wie de sociale bijdrages betaalt
Vanaf 2015 worden u sociale bijdragen voorlopig berekend op uw inkomsten van drie jaar geleden. Nadien worden deze bijdragen, zo nodig, geregulariseerd op uw inkomsten van het lopende jaar.
Voor de betaling hebt u twee opties:
- de vennootschap betaalt – dan wordt de bijdrage een fiscaal aftrekbare kost;
- u betaalt zelf – dan wordt de bijdrage op basis van uw loon als zaakvoerder berekend, waardoor het bedrag vaak lager komt te liggen.
Beide opties hebben voor- en nadelen. Het best bepaalt u samen met uw boekhouder welke aanpak het meest geschikt is voor uw zaak.
Let wel: naast uw persoonlijke sociale bijdragen zal de vennootschap ook een jaarlijkse vennootschapsbijdrage moeten betalen.
Kies de passende vennootschapsvorm
Van de alom bekende bvba en nv, over varianten zoals de e-bvba en cvba, tot de vaak vergeten vof, comm.v en cvoa … Vennootschappen zijn er in verschillende vormen en maten. Het type dat u kiest, bepaalt onder meer:
- of u beperkt of onbeperkt aansprakelijk bent;
- het vereiste minimumkapitaal (0, 18.550 of 61.500 euro);
- of u bij uw notaris een oprichtingsakte moet laten opstellen;
- of een dubbele boekhouding verplicht is;
- het verplichte aantal vennoten;
- of de aandelen op naam staan of vrij overdraagbaar zijn.
Bereid de overstap grondig voor
Bij een vennootschapsoprichting komt papierwerk kijken, daar kunnen we niet omheen. Maar van een goede voorbereiding plukt u nog jaren de vruchten.
Neem nu het opstellen van het financieel plan, waarbij u samen met uw boekhouder uw verwachte inkomsten, kosten, kapitaalbehoefte enzovoort onder de loep neemt. Zo’n plan is verplicht bij elke vennootschapsvorm (op de vof en cvoa na), maar doet later zeker nog dienst om leningen of subsidies aan te vragen.
Ook cruciaal is om op voorhand:
- te checken of u uw ondernemingsvaardigheden nog steeds kunt staven met de juiste diploma’s en up-to-date attesten;
- samen met uw boekhouder na te gaan welke verloningsvorm het interessantst is voor u als zaakvoerder.