De aanzienlijke toename van de marktrente in het afgelopen jaar heeft gevolgen voor de waarde van vruchtgebruik. Dit is van belang voor personen die bijvoorbeeld een woning willen verkopen, waarbij een ouder het vruchtgebruik bezit en de kinderen de naakte eigendom hebben.
De volledige eigendom van een bezit – zoals een woning of een investeringsportefeuille – kan worden verdeeld in een deel naakte eigendom en een deel vruchtgebruik. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij een gesplitste aankoop van onroerend goed, maar ook bij een overlijden. De langstlevende partner erft dan het vruchtgebruik van het vermogen van de overledene, de kinderen de naakte eigendom.
Dit betekent concreet dat de kinderen de eigenaars worden, maar dat de langstlevende partner de vruchten van dat vermogen kan blijven oogsten. Als het gaat om de gezinswoning of een tweede huis, mag de langstlevende het pand zelf gebruiken of de huurinkomsten ervan innen. Als het gaat om een spaar- of beleggingsportefeuille, mag hij de rente en dividenden daarvan innen.
Zo’n splitsing kan in de praktijk tot spanningen en problemen leiden, zegt notaris Bart van Opstal, de woordvoerder van Notaris.be. ‘Dit kan het geval zijn bij nieuw samengestelde gezinnen, waarbij de nieuwe partner het vruchtgebruik erft en de kinderen uit een vorige relatie de naakte eigendom.’
Zolang de nieuwe partner leeft, hebben de kinderen weinig aan die naakte eigendom. Pas als de langstlevende overlijdt, vervalt het vruchtgebruik en krijgen de kinderen het goed in volledige eigendom.
De wet biedt echter de mogelijkheid om het vruchtgebruik van de langstlevende vroegtijdig te beëindigen. De naakte eigenaars kunnen het vruchtgebruik afkopen of het geërfde goed kan worden verkocht en de opbrengst onder elkaar verdeeld. In beide scenario’s – afkoop of verkoop – moet een waarde aan het vruchtgebruik worden toegekend. ‘Er waren vroeger meerdere formules voor, maar dat leidde tot verschillende interpretaties’, zegt Van Opstal.
Conversietabellen in Staatsblad
Vanaf 2015 zijn er wettelijke conversietabellen in gebruik om de waarde van het vruchtgebruik vast te stellen. Deze tabellen worden jaarlijks bijgewerkt door de minister van Justitie en worden elk jaar in juli in het Staatsblad gepubliceerd. Vorige maand zijn de tabellen voor 2024 gepubliceerd. Uit deze gegevens blijkt dat de waarde van het vruchtgebruik aanzienlijk is toegenomen. Dit is de reden.
De wettelijke tabellen houden niet alleen rekening met de leeftijd van de vruchtgebruiker op het moment van de conversie – hoe ouder u bent, hoe minder het vruchtgebruik nog waard is. Er is ook een afzonderlijke tabel voor mannen en vrouwen, aangezien vrouwen over het algemeen langer leven dan mannen. Bovendien geven de tabellen ook een rentepercentage aan, zodat ook de opbrengst van het goed wordt meegenomen.
Deze rentevoet is de gemiddelde rentevoet van de laatste twee jaar van OLO’s (overheidspapier) met een looptijd die gelijk is aan de levensverwachting van de vruchtgebruiker, met een minimum van 1 procent. De gestegen marktrente van de afgelopen jaren resulteert dan ook in een hogere waarde van het vruchtgebruik. Voor 2024 is de maximale rentevoet 2,25 procent, blijkt uit de conversietabellen. In 2023 was dit nog maximaal 1,34 procent.
Knokke
Als voorbeeld. Charlotte (68) erft het vruchtgebruik van haar tweede huis in Knokke. De waarde van het huis wordt geschat op 600.000 euro. Haar stiefzoon, de naakte eigenaar, wil het vruchtgebruik afkopen. Volgens de conversietabellen is het vruchtgebruik van een 68-jarige vrouw 36,17 procent van de verkoopwaarde waard, vergeleken met 22,81 procent in 2023. Dit betekent dat de afkoop de stiefzoon 217.020 euro zal kosten, tegenover 136.860 euro in 2023, een aanzienlijk verschil.
Bij een gesplitste aankoop van onroerend goed, waarbij ouders het vruchtgebruik van het huis kopen en de kinderen de blote eigendom, kan de hogere waarde van het vruchtgebruik goed nieuws zijn. Meestal financieren de kinderen die blote eigendom met een bedrag dat de ouders eerder aan de kinderen schonken. Dit zal lager zijn bij een hogere waarde van het vruchtgebruik, waardoor er ook minder schenkbelasting op verschuldigd is.
Volgens Van Opstal is het niet noodzakelijk om de wettelijke omzettingstabellen te hanteren. Er is de mogelijkheid voor partijen om een andere overeenkomst te sluiten. Ondanks dat de tabellen sinds hun introductie de standaard zijn geworden, kunnen ze helpen om geschillen en conflicten te vermijden.
Let op: om erfbelasting te ontlopen, kan het in uw voordeel zijn om geen omzetting te doen. Wanneer de langstlevende overlijdt, vervalt het vruchtgebruik automatisch en worden de blote eigenaars volledige eigenaars, zonder dat er erfbelasting over dat vruchtgebruik betaald moet worden. Als u echter kiest voor de omzetting en de vruchtgebruiker ontvangt een geldbedrag, dan zal bij zijn overlijden over het resterende bedrag erfbelasting betaald moeten worden door de erfgenamen.
Daarnaast: op fiscaal gebied zijn er andere omzettingstabellen. Voor het berekenen van de erfbelasting moet de Vlaamse Belastingdienst – aangezien erfbelasting een regionale aangelegenheid is – soms ook de waarde van het vruchtgebruik bepalen. In tegenstelling tot de omzettingstabellen van de minister van Justitie, is er hier geen keuze. U moet deze tabellen accepteren.