Welke liquidatiereserve is in 2022 uitkeerbaar tegen 5%?

Indien uw vennootschap in het verleden een liquiditeitsreserve aangelegd heeft, dan kan ze die in principe na vijf jaar tegen 5% uitkeren. Afhankelijk van de vennootschapsvorm moet deze uitkering wel een balans- en/of liquiditeitstest doorstaan. Hoe zit dat juist?

Dividend uitkeren kost 30% of 15% rv!

Meestal 30% roerende voorheffing (rv). Sinds 01.01.2017 bedraagt het standaardtarief rv op een dividenduitkering 30%.

Soms maar 15% rv. Onder bepaalde voorwaarden kan er zelfs een dividend uitgekeerd worden met inhouding van ‘slechts’ 15% rv. Vereist daarvoor is dat de dividenden betrekking hebben op kapitaal dat ‘in geld’ ingebracht is na 01.07.2013. Bovendien geldt dit tarief pas vanaf de winstverdeling van het derde boekjaar na de inbreng en moeten de aandelen volledig volgestort zijn op het moment waarop het dividend toegekend wordt.

Tarief opgepotte liquidatiereserves?

Even opfrissen. Sinds aj. 2015 (bj. 2014) kan een kmo (art. 1:24, §1 tot 6 WVV) jaarlijks een liquidatiereserve aanleggen, mits ze een bijzondere aanslag van 10% betaalt.

Uitkering bij definitieve liquidatie: geen rv. Wordt de liquidatiereserve uitgekeerd bij de vereffening van de vennootschap, dan moet er geen rv ingehouden worden (art. 21, 11° WIB 92) , terwijl er normaal gezien 30% rv verschuldigd is.

Uitkering liquidatiereserve binnen de vijf jaar. Alle liquidatiereserves die binnen de vijf jaar na aanleg als dividend uitgekeerd worden, zijn onderworpen aan een rv van 20%.

Uitkering liquidatiereserve na vijf jaar. Keert u een liquidatiereserve pas na die vijf jaar uit, dan betaalt u maar 5% rv. Zo kunt u sinds 01.01.2022 de liquidatiereserves van boekjaren 2014, 2015 en 2016 uitkeren tegen 5%. Vanaf 2023 kunt u deze van boekjaar 2017 tegen 5% uitkeren, enz.

Nu uitkeren tegen slechts 5%!

Liquidatiereserve. Besliste u bv. op de algemene vergadering in 2017 om € 10.000 van de winst van boekjaar 2016 als liquidatiereserve te boeken, dan moest u destijds een anticipatieve heffing van 10% betalen, nl. € 1.000.

Uitkering na vijf jaar. Beslist u bij de volgende algemene vergadering om de liquidatiereserve van 2016 uit te keren, dan zal u dat maar 5% rv kosten, € 500. Netto houdt u zo € 9.500 van de € 11.000 (€ 10.000 + € 1.000) over. Voor het langer wachten wordt u dus beloond. Het kost u nu in totaal slechts 13,64% i.p.v. 30% (of 15%).

Tip.  Denkt u eraan om binnenkort uw bedrijf te liquideren, dan keert u zich beter geen dividend uit. Bij de definitieve vereffening betaalt u immers geen rv op deze reserves.

Let op 1!  Sinds 01.01.2020 (en sinds 01.05.2019 voor na die datum opgerichte vennootschappen) is de uitkering echter altijd aan een balanstest onderworpen.

Let op 2!  BV’s en CV’s moeten daarnaast ook een liquiditeitstest uitvoeren.

Tip.  Twijfelt u of u aan beide testen voldoet, raadpleeg dan uw boekhouder.

Indien u voor boekjaar 2014, 2015 of 2016 een liquidatiereserve aangelegd heeft, dan kunt u die nu uitkeren tegen slechts 5% roerende voorheffing. Let op! U moet dan wel voldoen aan de balanstest. BV’s en CV’s moeten bovendien voldoen aan de liquiditeitstest.

Bron: Ondernemingsdatabank