Als je bedrijfsleider bent, kan de vennootschap voor jou een Individuele Pensioentoezegging (IPT) afsluiten. Dit is een levensverzekering waardoor je als bedrijfsleider een aanvullend pensioen kan opbouwen als aanvulling op je wettelijk pensioen.
80%-regel?:
De vennootschap zal de premies voor de IPT betalen en kan deze aftrekken als beroepskost op voorwaarde dat de 80 %-regel nageleefd wordt. Dit houdt in dat de som van het wettelijke pensioen en het aanvullende bedrijfspensioen samen niet hoger mag zijn dan 80 % van je laatste brutojaarbezoldiging tijdens je actieve loopbaan. De laatste brutojaarbezoldiging is het inkomen gedurende het laatste jaar voor je het pensioen opneemt en waarin je een normale beroepswerkzaamheid hebt gehad.
Backservicepremie?:
Als je nadien zou vaststellen dat je te weinig premies hebt betaald en dat er dus nog ruimte is onder de 80%-grens van de afgelopen 10 jaar, kan je gebruik maken van de backservice. De backservicepremie kan gezien worden als een inhaalpremie voor arbeidsjaren van het verleden, zowel binnen als buiten je vennootschap. Je kan maximum tot 10 jaar terug gaan en de inhaalpremie kan betaald worden zowel voor de jaren dat je nog geen groepsverzekering /IPT had afgesloten, als voor de jaren dat je er wel één had maar lagere premies betaalde dan toegestaan.
Deze backservicepremie kent verschillende voordelen. Zo zal de vennootschap door de aftrek van de backservicepremie een lager belastbaar inkomen hebben waardoor er bijgevolg minder belastingen moeten betaald worden. Voor de bedrijfsleider heeft dit dan weer tot gevolg dat hij recht zal hebben op een hoger pensioen.
Fiscale optimalisatie dit jaar?
Het zomerakkoord 2017 brengt nog andere wijzigingen met zich mee waardoor het interessant is om deze backservicepremie nog in het jaar 2017 te betalen.
De daling van de vennootschapsbelasting volgend jaar zorgt ervoor dat dezelfde backservicepremie voor je vennootschap voor het jaar 2017 een grotere belastingbesparing zal opleveren dan dat je deze backservicepremie zou aftrekken in het jaar 2018.
Ook had de overheid in het jaar 2012 de Wyninckx-taks van 1,5 % ingevoerd op de stortingen die in één jaar meer bedragen dan EUR 31.836,00. De taks is slechts verschuldigd op het gedeelte dat het bedrag van EUR 31.212,00 overschrijdt. Deze taks zou verdubbeld worden van 1,5 % naar 3 %.
Ten slotte zal men in de toekomst niet langer rekening houden met het loon van het laatste jaar, maar zal men het loon over een langere periode bekijken wat tot gevolg heeft dat heel wat bedrijven de komende jaren waarschijnlijk minder stortingen voor het aanvullend pensioen zullen kunnen aftrekken als beroepskost.